Luc Martens
Prof. dr. Luc Martens behaalde zijn tandartsdiploma in 1980, zijn certificaat kindertandheelkunde in 1986 en zijn doctoraat in 1988 aan de Universiteit Gent. In 1994 behaalde hij een certificaat zuurstof-lachgassedatie aan ACTA-Amsterdam. Hij werd na het afstuderen onmiddellijk voltijds assistent en bekwaamde zich verder in de kindertandheelkunde via verblijven in Nijmegen, Groningen, San Francisco en Columbus, Ohio waar hij overal ook de special care dentistry leerde kennen.
Sedert 1985 coördineert hij een opleiding in de kindertandheelkunde
en bijzondere tandheelkunde.
In 1991 werd hij respectievelijk docent en hoofddocent en in 1997
hoogleraar. Inmiddels is hij sedert 2003 gewoon hoogleraar in Gent.
In 1991 stond hij aan de wieg van de European Academy of Paediatric Dentistry waar hij ook voorzitter van werd (1998-2000). Hij
organiseerde het Europees congres in Brugge (1996). Hij nam het
initiatief om tevens de Belgische academie (BAPD) op te richten en
bleef ook daar vier jaar voorzitter van (1998-2002). Parallel werd ook
de tandheelkundige zorg voor bijzondere noden uitgebouwd. Naast
het oprichten van de Vlaamse Werkgroep voor tandheelkundige zorg
voor gehandicapten (WETAG) in 1989 werd hij ook council member
voor België (1991) en later president (2006-2008) van de International Association for Disability and Oral Health (IADH). Het wereldcongres 2010 werd in Gent georganiseerd.
Naast de uitbouw van de kindertandheelkunde en de bijzondere
tandheelkunde vervulde hij tal van academische functies waaronder
academisch secretaris van de faculteit geneeskunde, vakgroepvoorzitter, diensthoofd van de kliniek en voorzitter van de opleidingscommissie.
Op het onderzoeksvlak werd een aantal onderzoekslijnen uitgebouwd
met betrekking tot het preventief potentieel van plastische vulmaterialen, algemene epidemiologie bij het gezonde kind en kinderen met een chronisch medische aandoening, dentale traumatologie, erosieve tandslijtage en geïndiceerde beeldvorming. In de laatste tien jaar ging de grootste aandacht naar de evaluatie en ontwikkeling van calciumsilicaatcementen.
Dat alles heeft geleid tot circa 250 publicaties en 12 doctoraten.