De Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) stelt vast dat de kosten voor tandzorg niet alleen door de zorgverstrekker maar hoe langer hoe meer ook door de patiënt zelf moeten gedragen worden. Een evolutie die zich al jaren ontwikkelt en steeds grotere proporties aanneemt. Om de bittere pil enigszins te verzachten, kwamen verzekeringsinstellingen op de proppen met facultatieve tandverzekeringen. De regels voor vergoeding zijn evenwel zeer onduidelijk en zorgen niet voor een betaalbare, toekomstgerichte preventieve mondzorg. De tandheelkundige sector wordt op geen enkele manier betrokken bij de uitwerking van deze tweede pijler.
VBT wil blijven onderhandelen om een realistisch en haalbaar budget te bekomen. Wanneer er geen politieke wil bestaat om tandzorg binnen de eerstelijnszorg te voorzien van een toereikend budget, zal VBT een nieuw akkoord niet onderschrijven.
DE BELANGRIJKSTE PIJLERS in een concreet voorstel dienen te zijn:
- Gewaarborgde toegankelijke tandzorg
- Betaalbaarheid van de zorg
- Voldoende geografische spreiding van tandartsen
- Ruime nomenclatuur die nagenoeg alle tandheelkundige behandelingen bevat
- Correcte verloning van de zorgverlener
- Vrijheid van behandeling
- Voldoende aanbod specialistische zorg (bv orthodontie)
- Meer aandacht voor preventie --> Uitbreiden nomenclatuur preventie
- Afschaffing van de leeftijdsgrenzen
De voorbije decennia hebben de indexeringen en groeinormen die toegepast werden op de tandheelkundige nomenclatuur, niet de reële kostprijsstijging van tandheelkundige apparatuur en materialen gevolgd. Hierdoor is een ernstige discrepantie ontstaan tussen de reële behandelkost en de aan de nomenclatuur gekoppelde honoraria. Een rechtstreeks gevolg daarvan is het grote aantal deconventioneringen. Om hieraan aan een halt toe te roepen, is een éénmalige aanpassing van de honoraria aan de hedendaagse situatie en een uitbreiding van de nomenclatuur de remedie. Een kostprijsanalyse zoals die ook in omliggende landen wordt toegepast, is hiertoe aangewezen. Een jaarlijkse aftoetsing kan ervoor zorgen dat de honoraria billijk blijven en zorgverleners bereid zijn om aan de afgesproken honoraria te werken.
40%
Momenteel is amper 40% van de tandheelkundige behandelingen omvat in nomenclatuur. VBT streeft naar een tandheelkundige nomenclatuur die minstens 75% (en liefst 100%) van de zorg omvat. De nomenclatuur werd de afgelopen 30 jaar minimaal aangepast en strookt nauwelijks nog met de hedendaagse behandeltechnieken die gehanteerd worden. VBT pleit er dan ook voor om een nieuwe nomenclatuur op te stellen die de meeste behandelingen omvat en meer transparantie zal brengen voor patiënten. Bepaalde deelgebieden komen nu nauwelijks aan bod in de nomenclatuur : we denken daarbij aan prothetische behandelingen, chirurgische en parodontale behandelingen, orthodontische behandelingen, specifiek materiaalkundige of technische toepassingen, ….
REHABILITATIEBUDGET
VBT streeft naar een prothetisch rehabilitatiebudget (vb 2500 euro per patiënt). Het betreft een budget voor prothetisch werk, vrij te kiezen door de patiënt en gelinkt aan de responsabilisering van het mondzorgtraject.
Met dit budget kan een gemotiveerde patiënt die een tand verliest, kiezen voor een duurzame tandvervanging door middel van een implantaat gedragen kroon. Minder gemotiveerde patiënten kunnen dan bvb eerder kiezen voor een uitneembaar prothetisch herstel, dat binnen dit budget een aantal vervangingen toelaat. Het sedert 2021 aangeboden CM voordeel van 1.050 euro per twee kalenderjaren voor uitneembare of vaste prothese leunt al heel dicht aan bij deze VBT gedachtegang. Zie echter onze bedenkingen bij de aanvullende en facultatieve tandverzekeringen hieronder. Momenteel stellen wij immers jammer genoeg vast dat verzekerden die weinig inspanningen leveren voor een goede mondhygiëne toch mee kunnen genieten van vergoedingen in de Verplichte Ziekteverzekering.
AANVULLENDE EN FACULTATIEVE TANDVERZEKERINGEN
VBT stelt vast dat er een wildgroei ontstaat in de aanvullende en facultatieve tandverzekeringen. Niet alleen wordt kwalitatieve zorg daarmee voorbehouden voor diegenen die een dergelijke verzekering kunnen betalen, we zien ook dat er geen gestructureerde vergoedingsbasis bestaat. Er dringt zich een overlegmodel op tussen de tandheelkundige sector en deze verzekeraars om de mondgezondheidsdoelstellingen gezamenlijk te kunnen nastreven. Nu worden tandheelkundige oplossingen vooral gekozen in functie van de terugbetalingsmodaliteiten die verzekeringen aanbieden, maar die daarom niet steeds de meest geschikte behandeling zijn voor de individuele patiënt. De nu aangekondigde injectie van 50 miljoen voor het tandheelkundig budget komt dan hoofdzakelijk ten goede van de patiënt en de aanvullende verzekeringen en de tandarts zelf wordt er niet beter van.
MAXIMUMTARIEVEN
VBT vraagt een onmiddellijke afschaffing van de maximumtarieven. Ze zijn er gekomen in de utopie dat er hierdoor meer geconventioneerde tandartsen zouden zijn. Het tegendeel is waar. Voor de patiënt is er met deze maximumtarieven absoluut geen zekerheid over betaalbare zorg. Enkel een billijke verloning door correcte en uitgebreide nomenclatuur zal de toegankelijkheid van de zorg garanderen. We dringen dus opnieuw aan op een grondige kostprijsanalyse en verwijzen daarbij naar de studie De Lembre die reeds de grondslag hiertoe legde.
PREVENTIE
Primaire preventiemaatregelen omvatten activiteiten die gezondheidsproblemen helpen te voorkomen. Aangezien een succesvolle primaire preventie het lijden, de kosten en lasten die zijn gekoppeld aan bvb cariës of parodontitis helpt te voorkomen, wordt het algemeen beschouwd als de meest kosten renderende vorm van zorg. Het is VBT dan ook een raadsel waarom deze vorm van zorg niet op grotere schaal gesubsidieerd wordt door de ziekteverzekering. Integendeel, de jaarlijkse terugbetaling van het profylactisch reinigen via specifieke nomenclatuurnummers is in de vorige jaren afgeschaft.
Aangezien de tandheelkundige sector momenteel sterk uitgebreid wordt door de komst van de mondhygiënisten, moet ook hier een extra injectie van financiële middelen en een uitbreiding van de nomenclatuur voor preventie komen. Preventieve zorg blijft een investering voor de toekomst en zal uiteindelijk leiden tot een budgetbeheersing bij de volgende generatie.
RESPONSABILISERING
Responsabilisering van patiënten blijft een noodzaak als we op langere termijn het budget onder controle willen houden. Het staat buiten kijf dat een doorgedreven preventieve aanpak ertoe leidt dat op latere leeftijd minder invasieve tandheelkundige behandelingen nodig zijn. Daardoor dalen ook de kosten. Patiënten die bereid zijn mee te investeren in een gezond gebit en dito goede algemene gezondheid, moeten daartoe financieel beloond worden. Een verdere uitbouw van het huidige mondzorgtraject dringt zich op. Heel wat tandheelkundige zorg kan vermeden worden door een strikte mondhygiëne. Mondhygiënisten kunnen hierin een belangrijke partner zijn. Wie geen inspanningen levert, dient uiteindelijk zelf in te staan voor de meerkost, die onmogelijk verder volledig door de gemeenschap kan gedragen worden. Zulks kan gebeuren door bv het aantal vullingen op een bepaalde tand bij een bepaalde patiënt te beperken in de tijd.
ORGANISATIE VAN DE MONDZORG
VBT maakt zich zorgen over enkele evoluties binnen de mondzorg waarbij de verantwoordelijkheden tussen enerzijds de uitvoerend behandelaar en anderzijds de praktijkuitbating door verschillende partijen opgenomen worden. Dit kan in de vorm van groepspraktijken of meer uitgebreide groepen van tandartsenpraktijken. VBT is van mening dat het ten voordele van de individuele tandarts en patiënt is dat er een duidelijk wettelijk kader komt die deze verschillende samenwerkingsvormen vastlegt. VBT is van mening dat de tandarts ten allen tijde verantwoordelijk blijft voor de klinische uitvoering van de mondzorg. Instellingen of organisaties die de uitbating van tandartsactiviteiten mee organiseren moeten dit kunnen uitoefenen binnen een wettelijk kader waarin de nodige vergunningen transparant beschikbaar moeten zijn voor alle betrokken partijen (patiënten en medewerkers). Praktijken die zich richten op kwetsbare groepen/ouderenzorg dienen te kunnen rekenen op ondersteuning van de overheid. Dergelijke zorg is momenteel ondervergoed en bijgevolg ook onvoldoende tot niet voorhanden. Wanneer praktijken zich gaan verenigen, dienen de aandeelhouders allen tandarts te zijn om commercialisatie van de zorg te vermijden.
SPECIALISTISCHE ZORG
Er dient voldoende aanbod te zijn van specialistische zorg. Voorts blijft een algemeen tandarts belangrijk voor alle basiszorg en moet erover gewaakt worden dat men bepaalde lucratieve onderdelen niet gaat uitbuiten onder de vorm van pseudo specialismen.
DISCRIMINATIE
VBT pleit voor een onmiddellijke afschaffing van leeftijdsgrenzen voor behandelingen. Tandextracties zouden voor iedereen moeten vergoed worden. Het gaat om basiszorg. Bovendien is een jaarlijks mondonderzoek voor iedereen een must. Deze leeftijdsgrenzen zijn er gekomen omwille van de sterke budgettaire tekortkomingen en dienen weggewerkt te worden aangezien ze asociaal en onredelijk zijn.
We blijven voorstander om tandheelkundige zorg tot de leeftijd van 18 jaar volledig te vergoeden. Vanaf de leeftijd van 18 moet er een sterkere responsabilisering komen van de patiënt. Wie onvoldoende inspanningen levert en daardoor overdreven veel kost binnen de Verplichte Ziekteverzekering, moet daar deels zelf voor opdraaien.
PREMIES EN SOCIAAL STATUUT
VBT is geen voorstander van allerhande premies. Ze zijn geen meerwaarde en meestal enkel een pleister op de wonde. Wanneer er voldoende middelen worden vrijgemaakt en er een billijke vergoeding bestaat voor tandartsen, zal elke tandarts voldoende kunnen investeren in opleiding, telematica,… Ze helpen bovendien niet om meer tandartsen in een nieuw akkoord te doen stappen. Meestal vloeien deze middelen grotendeels door naar onder meer beroepsverenigingen, informaticabedrijven, overheid,… die ten gevolge van deze premies hun prijzen navenant aanpassen.
Een sociaal statuut is niet meer van deze tijd. Tandartsen willen zelf bepalen hoe ze hun financiële toekomst willen vastleggen.