Zoeken
Word lid Zoeken

Gestage toename van buitenlandse tandartsen

door VBT
Vrouwelijke tandarts.jpeg

Uit recente cijfers die collega tandarts-parodontoloog en federaal parlementslid Frieda Gijbels opvroeg aan Minister Frank Vandenbroucke, blijkt er een gestage toename te zijn van het aantal tandartsen met een vreemde nationaliteit die in België aan de slag gaan. Was dat nog 38% die een RIZIV nummer aanvroeg in 2018 (166 van de 268 tandartsen haalden hun diploma in België), dan steeg dat percentage in 2022 naar 44% (176 van de 313 tandartsen haalden hun diploma in België). Opvallend is de sterke aanwezigheid van Tunesische tandartsen.

69% van de aanvragers behaalde zijn basisdiploma in België in 2018 (184 van de 268). In 2022 behaalde 107 van de 313 aanvragers zijn diploma in het buitenland. Amper 2 op 3 van de tandartsen die een RIZIV nummer verkreeg, behaalde in België het basisdiploma. Uit de cijfers blijkt dat vooral Roemeense diploma’s toegang verleend wordt tot een RIZIV nummer.

Tunesische onderdanen vinden schijnbaar hun weg om in Europa werkzaam te zijn via een Roemeens tandartsendiploma en stromen deels door naar België. Een Europese Richtlijn voorziet namelijk dat EU burgers met een beroepskwalificatie als algemeen tandarts uit één EU- lidstaat, zich kunnen vestigen in een andere EU-lidstaat. Voor houders van een Europees diploma verloopt de erkenning van het basisdiploma automatisch, terwijl voor houders van een niet-Europees diploma eerst de gelijkwaardigheid van hun diploma onderzocht wordt door het National Academic Recognition Information Centre (NARIC). Eenmaal de gelijkwaardigheid erkend, kunnen ze een aanvraag indienen bij het Agentschap Zorg en Gezondheid Vlaanderen. Daar wordt er o.a. naar de relevante werkervaring gekeken en de aanwezigheid van bijscholing, indien die onvoldoende blijkt wordt hen een bijkomende gehonoreerde aanpassingsstage opgelegd door de erkenningscommissie algemeen tandarts of zelfs een inschrijving voor het postgraduaat algemeen tandarts aan een Vlaamse universiteit. Dit gebeurt ten andere op dezelfde manier ook voor houders van een EU diploma die een aanvraag tot erkenning als algemeen tandarts richten aan het Agentschap.

Hoewel de professionele vorming in elke lidstaat gelijkwaardig zou moeten zijn, kunnen heel wat vragen worden gesteld bij deze Noord-Afrikaanse instroom via de achterpoort “Roemenië”.

Op 29 maart 2019 verscheen de “Wet tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, teneinde een contingentering in te voeren voor de artsen en tandartsen die hun opleiding aan een buitenlandse universiteit hebben gevolgd.”

Tot op heden bleef deze wet zonder uitvoeringsbesluiten en dus zonder gevolg ...

Een groot probleem bij veel tandartsen met een buitenlands diploma, is de gebrekkige kennis van het Nederlands, alsook de ontoereikende kennis van de sociale wetgeving en correcte toepassing van de RIZIV-nomenclatuur. De Dienst Geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) stelde bij controles met betrekking tot de P-waarden voor tandartsen vast dat 15,6% van de dossiers met overschrijding betrekking had op een tandarts met een buitenlands diploma. Kijken we naar het vastgestelde bedrag van overschrijding komen we zelfs uit op 34,3% van het totale vastgestelde bedrag van overschrijding. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat tandartsen met een buitenlands diploma veelal de P-waarden overschrijden en niet in geringe mate.

Ook bij andere controledossiers bij tandartsen blijkt 1/3 van de dossiers betrekking te hebben op een tandarts met een buitenlands diploma. Zeer frappant, want DGEC doet geen specifieke controles op profielen van tandartsen met een buitenlands diploma.

VBT vraagt dan ook bij hoogdringendheid dat er enerzijds gewerkt wordt aan een verplichte opleiding betreffende sociale wetgeving en kennis van de nomenclatuurregels en anderzijds dat er ook meer handhaving komt om de misbruiken sneller aan te pakken. Een juiste aanwending van het beschikbaar budget mondzorg komt niet alleen patiënten ten goede, maar ook de correct werkende collega tandarts.

Uit de cijfers van DGEC blijkt ook dat vooral in Vlaanderen intensieve controles gebeuren. Meer inspanningen aan Waalse kant moeten ook daar de aanwezige misbruiken beteugelen.

Tot op heden kan éénieder die één van drie landstalen kent, als tandarts aan de slag in België. En alhoewel de Europese regelgeving verbiedt om extra erkenningsregels in te voeren voor buitenlandse diploma’s heeft men in  Nederland voor de BIG registratie een taalkennis attest opgelegd. Waarom kan dit dan niet in België? Het taalprobleem leidt onder meer tijdens de wachtdiensten tot grote problemen. Patiënten hebben geen vrije keuze van zorgverlener en moeten toch minstens de mogelijkheid hebben om zich in hun eigen taal uit te drukken. VBT pleit al vele jaren, net zoals collega Gijbels, voor een taalkennistest van de voertaal in het gewest waar men zich wil vestigen bij erkenning van het diploma. Dat biedt garanties naar de patiënt toe dat de communicatie tussen tandarts en patiënt duidelijk en verstaanbaar kan verlopen.

Taalkennis werd niet mee opgenomen in de Kwaliteitswet en blijft tot op heden een dode letter. VBT roept de politici dan ook op hun mandaat au sérieux te nemen en dringend werk te maken van een wettelijke garantie die ervoor zorgt dat patiënten in de lokale gangbare taal kunnen communiceren met tandartsen en zorgverleners in het algemeen.

Inloggen
Word lid